Sinds eeuwen worden codes, codetekens, signalen en geheimtalen gebruikt om communicatie te verbergen. De oorsprong van de geheime nieuwsoverdracht gaat terug tot de klassieke Oudheid (Egypte, Griekenland, Rome). Tijdens de Middeleeuwen maakte de cryptologie, de leer van de codering en ontcijfering van codes en codetekens, zowel binnen de Arabische wereld, de Italiaanse diplomatie als het Vaticaan een eerste bloeiperiode door.
Cryptologie werd destijds vaak gebruikt om teksten en publicaties over magie, voorspellingen en tovenarij te ontcijferen. Ze werden gecodeerd, omdat hun inhoud voor de clerus verborgen moest blijven. De eerste professionele codeerbureaus doken tijdens de 17e eeuw aan de hoven van Engeland, Frankrijk en Oostenrijk op. Tijdens het achttiende- en negentiende-eeuwse machinetijdperk begon men de eerste, op eeuwenoude principes gebaseerde mechanische codeermachines te bouwen. De cryptoanalyse ontwikkelde zich stilaan tot een wiskundige discipline om geheime boodschappen te kraken.
Tijdens WO I zou de cryptologie tot een strategisch belangrijke militaire discipline uitgroeien. In de jaren ´20 werden in Duitsland, Zweden en de VS de eerste met rotoren uitgeruste codeermachines ontwikkeld. Deze toestellen zouden de markt meer dan vijftig jaar beheersen. Tijdens WO II besliste de wedloop tussen ontwikkelaars van steeds complexere codeermachines en professionele codekrakers over zege of nederlaag. Vooral de codekrakers van Bletchley Park, die beroep moesten doen op meer dan 5.000 specialisten om de code van de legendarische Duitse "Enigma" te ontcijferen, zouden geschiedenis schrijven.
Tot midden jaren ´70 werden codeermachines zo goed als uitsluitend in opdracht van diplomaten, spionnen en het leger ingezet. Pas met de komst van de computercryptologie en het gebruik van cryptografische methodes voor commerciële doeleinden raakte deze technologie wijdverspreid. Cryptologie is ook altijd populair geweest bij amateur-wetenschappers, schrijvers en spionnen zoals Casanova, Edgar Allan Poe, Jules Verne, Richard Sorge en James Bond. Ook deze illustere tijdgenoten worden in de tentoonstelling behandeld.