De geschiedenis van de pc begint in januari 1975, hoewel het al vanaf 1971 dankzij de uitvinding van de microprocessor door de firma Intel mogelijk zou zijn geweest om een microcomputer in serieproductie te fabriceren. Maar geen van de gevestigde computerfabrikanten als IBM of Nixdorf Computer AG zagen het nut ervan in om computers voor persoonlijk gebruik te ontwikkelen.
Het was het tijdschrift “Popular Electronics” dat in het januarinummer van 1975 kwam met de eerste personal computer: de Altair 8800, een bouwpakket voor 397 dollar. De computer werd ontwikkeld en gebouwd door Ed Roberts. Binnen enkele weken ontving de redactie duizenden bestellingen. Daarop had niemand gerekend. Het was een voorteken voor de omvang van de markt die zich hieruit zou ontwikkelen. Het waren de knutselaars en freaks die de Altair 8800 bestelden en aan hun behoeften aanpasten of gebruikten als basis voor een totaal nieuwe personal computer. Deze “freaks” en hobbyknutselaars beschouwden zichzelf niet als gebruikers in de huidige betekenis, maar als pioniers, die de “pc-revolutie” mede vormgaven. Met hun nieuw opgerichte “garagebedrijfjes” – zoals Apple met de Apple I – zorgden zij voor de doorbraak van de pc.
Van toen af ging het heel snel. Er ontwikkelde zich een snelgroeiende pc-industrie. Al in 1977 kwamen personal computers op de markt zoals de PET2001 van Commodore, de TRS-80 van Radio-Shack en de Apple II, die niet alleen interessant waren voor techneuten, maar ook bedoeld waren voor een breed publiek. Voorzien van een monitor, toetsenbord en software werd de eerste “pc-standaard” ontwikkeld. In 1981 presenteerde IBM de PC 5150. Deze bevatte geen technische vernieuwingen, maar het op de IBM-PC en het besturingssysteem DOS van Microsoft gebaseerde systeem werd wel de standaard. Inmiddels is de personal computer een cultuurgoed geworden; de alomtegenwoordige begeleider van de mens in de vorm van notebooks, laptops en smartphones.