In 1951 bouwde Roderich Gräff – student werktuigbouwkunde aan de Technische Hogeschool Darmstadt – de eerste “digitale” game in Duitsland. Het kwam overeen met het spel Wolf en schapen, ook wel bekend onder de naam Vos en hond.
Daarbij rukken op een schaakbord vier figuren diagonaal op de zwarte velden op; zij vertegenwoordigen de schapen. De tegenstander - de wolf - beweegt ook over de zwarte velden, maar dan vooruit of achteruit. De wolf moet de verdedigingslinie van de vier schapen doorbreken en omzeilen en de laatste rij bereiken. Als het spel goed wordt gespeeld, winnen de schapen altijd; zij sluiten uiteindelijk de wolf in.
Roderich Gräff gebruikte voor zijn game 57 relais, die hij uit oude telefooncentrales sloopte. Dat was niet voldoende voor een compleet schaakbord: één rij van het bord ontbrak. Bovendien worden de witte velden gebruikt.
De menselijke speler vertegenwoordigt de wolf; die trekt door het insteken van drie kabels in de bussen naar de rand van een veld. De automaat is bedoeld voor de schapen; hun bewegingen worden door de witte gloeilampjes aangegeven. Het veld van de wolf wordt met de rode lampjes aangegeven.
Roderich Gräff leidde na afronding van zijn studie een bedrijf dat apparaten voor de kunststofproductie maakte. In 1968 bracht de uitgeverij KOSMOS de spelcomputer Logikus uit. De Logikus werkte op batterijen en had net als de Wolf-en-schapen-automaat ook gloeilampjes.