Eén van de belangrijkste uitvindingen van de menselijke beschaving is het schrift. Jarenlang was dit het enige medium om het gesproken woord vast te leggen, op te slaan en door te geven.
Beeldtekens vormden dankzij hun verbondenheid met de natuur het ideale uitgangspunt voor vroege schriftsystemen. Deze woordschriften, die door de eeuwen heen abstracter en gestileerder geworden zijn, liggen aan de basis van onze moderne letter- en lettergreepschriften.
Schrijven is lang een voorrecht van enkelen geweest. Tijdens de Europese Middeleeuwen konden alleen geestelijken (monniken) schrijven. Gutenbergs uitvinding van de boekdrukkunst (1450) zou het kopiëren van boeken een stuk eenvoudiger maken. Maar de echte doorbraak kwam pas in de 19e eeuw met de uitvinding van de stalen pen, de mechanische papierproductie, het machinezetsel en de rotatiedruk.